Eind augustus 1799 voerden de engelsen en de russen tussen Huisduinen (gem. Den Helder) en Groote Keeten (gem. Zijpe) een invasie uit.
Ondanks de grote overmacht en het aanvankelijke succes dwongen de Bataafse Republiek en de fransen de invallers tot de terugtocht.
Het hollandse fregatschip 'De Valk' had zich al in 1797 zonder slag of stoot overgeleverd aan de engelsen om tegen de fransen te gaan vechten. Op 30 oktober 1799 vertrok 'De Valk' van Den Helder met troepen naar Engeland.
Na een voorspoedige reis kwam men 's avonds aan bij de haven van Yarmouth. Bij het ochtendgloren wilde men deze haven binnenlopen. Het weer verslechterde echter vreselijk en het schip verlijerde Uiteindelijk strandt het op 10 november 1799 voor de kust van Ameland, terwijl de kapitein denkt dat hij op een zandbank 30 mijl van Yarmouth is verdaagd.
Van de 444 opvarenden verdronken er 419. De officieren werden in Hollum begraven. Vele lijken werden in de duinen begraven. Na protesten van de bevolking worden zij o.a. in gewijde grond te Ballum begraven.
In Nederland is van deze tragedie weinig overgeleverd. In augustus 1978 kwam dhr. Hill, wiens overgrootvader de ramp overleefde, naar Ameland en bracht meer helderheid in de gegevens.
Piet IJnsen van de partij 'Algemeen Belang Ameland' nam het initiatief tot een monument.
Op 28 juli 1909 verging op de kust van Ameland de tweemastgaffelschoenerJohan Willem Friso. Dit schip vervoerde een lading graniet t.b.v. de bouw van het Vredespaleis in Den Haag. Het wrak werd o.a. m.b.v. militaire straaljagers gelokaliseerd in een natuurgebied. Daar kon niet gegraven worden. Wel had het Wetterskip Fryslan nog een brok van dit graniet beschikbaar. Door de fam. Hoogenberg uit Apeldoorn is dit bewerkt tot een mooi monument.
Op 10 november 1999, 200 jaar na dato, werd het monument opgericht en een herdenking gehouden. In het bijzijn van Luitenant Hill en een afvaardiging van de Welch Fusiliers.